in Nieuw

Woensdag, 9 januari 2019.
Boca del Torro was niet alleen het verst van Nederland verwijderde punt op deze reis, maar ook het verst dat je kan komen met achterlijke winden. Daarvandaan is het een weg zoeken waarbij de wind niet al te veel van voren komt. Naar San Andres was het een kwestie van “lange slag, korte slag”. Evenzo naar Isla de Providencia. Beide keren met betrekkelijk weinig wind. De volgende stop op weg naar Cuba was Grand Cayman. Het eerste stuk schuin tegen de wind in, het laatste met de wind net iets achterlijker dan dwars, maar vooral het eerste deel een zeer ruwe zee met een kruis deining. Niet erg aangenaam. Grand Cayman is als Engelse kolonie een verademing tussen al de Latijns-Amerikaanse eilanden en landen. De mensen zijn zeer vriendelijk en ze verstaan je. Ik kon nog even onverwacht profiteren van een geweldige supermarkt. Met eigen boot ben ik naar Stingray City geweest. Dit is een plek in de grote North Sound waar het nog ondieper is als in de rest van de baai en waar veel zeer tamme roggen rond zwemmen. Vroeger kwamen ze af op het afval wat de vissers hier overboord gooiden, nu worden ze door de gidsen gevoerd en is het een belangrijke toeristische attractie voor de talloze passagiers van de cruiseschepen die het eiland bezoeken. Soms liggen er wel 6 van die grote bakbeesten. Ook heb ik een spelletje domino gespeeld met een paar eilanders. Domino is overal in de caraiben een veel gespeeld spel en het is geweldig te zien hoe de mensen precies weten welke stukken er gespeeld zijn en welke er dus nog in een hand moeten zitten. Ik bakte er maar weinig van in mijn onervarenheid.
Het vertrek uit Grand Cayman was wat overhaast. Werd er eerst een gunstige wind voorspeld voor het weekend, opeens was dat veranderd in voornamelijk windstilte. Om hiervoor nog zoveel mogelijk mijlen te maken ben ik zo snel mogelijk vertrokken aan het eind van de middag. De eerste 100 van de 130 mijl had ik een prachtig lopend windje en schoot ik goed op. Daarna waren het voornamelijk regenbuien die de wind bepaalden, waardoor die uit alle hoeken en met alle sterktes kwam. Uiteindelijk kwam ik in het donker in Cuba aan en heb ik op de eerste de beste beschutte plek het anker laten vallen.
De formaliteiten kosten de volgende ochtend veel tijd. Gelukkig zijn de betreffende ambtenaren zeer vriendelijk. Na een oppervlakkige inspectie van o.a. ogen, mond en handen werd ik gezond bevonden, maar het verse fruit en groente kon niet allemaal de toets der kritiek doorstaan en moest in een luchtdichte platic zak worden afgevoerd.
Inmiddels vaar ik van Cayo Largo naar Marina de Siguanea op het Isla de Juvetud, waar Roel en Chris aan boord zullen komen. Hier is het een uitgestorven, van internet verstoken gebied. Hopelijk gaat het daar weer beter.

Laat een reactie achter

Vul hier uw zoekopdracht in