in Tocht

Woensdag 7 juni 2017.
Het is weer prachtig weer. De wolken hangen niet boven mij maar boven de horizon en er waait een mooi briesje. Het enige is dat het van de verkeerde kant komt.
Gister en eergister andere dingen gedaan.
Eergister eerst gebunkerd en vervolgens de bus genomen naar Fionnphort en de ferry naar Iona. We waren laat, maar hadden genoeg tijd om de abbey te bekijken. Het is mooi dat hij nog in gebruik is, maar ik had een verstildere, meer meditatieve sfeer verwacht. In de tuin van de abbey hebben we kennis gemaakt met de Konings Kwartel. Deze maakt een hard krekelachtig geluid om met zijn partner te communiceren. De kaartverkoper vertelde dat het zeldzaam was om hem overdag te horen, maar bepaald hinderlijk om er ‘s nachts wakker door te liggen.
De laatste bus naar Tobermorry hebben we laten schieten om bij een kennis van Heleen, de auteur Miek Swamborn langs te gaan. Miek heeft verschillende romans en andere publicaties op haar naam staan, is beeldend kunstenaar en vertaler. Het afgelopen jaar heeft ze alleen in de buurt van Fionnphort gewoond, voornamelijk geleefd van wat land en zee haar brachten en gewerkt aan haar boek over zeewier. Ze wil van alle soorten zeewier een portret maken. Miek verzorgd dagelijks haar website www.knockvologan-studies.eu.
Het plan om terug te liften ging niet door, omdat de kaartverkoper, die we op de parkeerplaats weer tegenkwamen, aanbood ons tegen een geringe vergoeding terug te brengen. Tussen de vele verhalen door had hij een mooie uitspraak: In most of the UK they drive on the left side of the road, on Mull they drive on what is left of the road.
Gisteren werd veel wind voorspeld en ik had niet de idee dat ik de dames een plezier met een tochtje tegen windkracht 7 zou doen. Bovendien stond Staffa nog op het programma. Dus wij mee met de Staffatours. Een motorboot die met grote snelheid door het water ragt. Langs de noordpunt van Mull, waar een zeearend in de lucht zweefde. Een indrukwekkend gezicht. Daarna tussen twee rotsen met zeehonden door naar Staffa. Een piepklein, in mijn ogen volstrekt ontoegankelijk haventje en daar begon het spektakel al. De bazalt kolommen die gebogen tegen de rotsen aangevleid lagen, of kolommen vormden voor de lagen erboven. Fingals Cave was werkelijk geweldig. De vorm, het geluid, de afmetingen. Na een uur werden we weer opgepikt en naar Lunga, het grootste van de Treshnish eilanden, gebracht. De landing daar was al een fenomeen op zich. Aan een boeitje in zee lag een kunststof steiger die door de boot werd opgepikt en langszij, maar voor de boot uitstekend op de wal geprikt werd. Lunga kent enorme kolonies papegaaiduikers en alken en wat verdwaalde broedende aalscholvers. Met name de laatste en de papegaaiduikers kon je zo dicht benaderen zonder dat ze opvlogen, dat je beschroomd was om verder te gaan. Daarnaast was er een onvoorstelbare variëteit aan al dan niet bloeiende planten.
Vanmorgen zijn de dames vertrokken. Het was gezellig en mooi om de wereld mede door hun ogen te bekijken. Nu mag ik dus alleen tussen dezer half ondergelopen bergen varen. Gelukkig soms begeleid door een school dolfijnen.

Showing 1 comments
  • Winneke
    Beantwoorden

    Dolfijnen Bart!! Bof jij even!

Laat een reactie achter

Vul hier uw zoekopdracht in