in Nieuw

Donderdag, 5 april 2018.
De tijd vliegt als je het naar je zin hebt. Langzamerhand ben ik helemaal gewend aan het Caraïbische leven. Je niet druk maken, geen haast hebben en de siësta in acht nemen.
Le Marin op Martinique bood de mogelijkheid om nog een aantal zaken te bestellen, dan wel aan te schaffen voor de boot. Voor een andere buitenboord motor, de electrische had de geest gegeven, tegen een betaalbare prijs moest ik naar Lamentin vlakbij de hoofdstad Fort de France. Dus twee vliegen in één klap geslagen door een autootje te huren en het eiland rond te rijden. Fort de France bekeken, met een stalen kerk en bibliotheek en de bergen in geweest. Ook hier weer overvloedige vegetatie en watervallen. La Trinite aan de oostkust was een buitengewoon ingeslapen dorpje.
Mijn verwachting, mede naar aanleiding van gesprekken met andere zeilers, was dat ook de binnenlanden van Saint Lucia en Saint Vincent niet veel nieuws te bieden hadden. Dus alleen twee korte stops bij Saint Lucia. De tweede was een mooring bij Soufriere in het zuiden. Ik kwam hier aan toen het donker werd en werd welkom geheten door twee lokals in een bootje die me vertelden dat ik niet mocht ankeren en dat ze me wel naar een mooring zouden begeleiden. Als ik ze een zaklantaarn leende hoefde ik ze maar te volgen. Ook bij Dominica had ik te maken gehad met deze zgn. boatboys. Er wordt veel over ze geschreven en gepraat en bepaald niet altijd in gunstige zin. Dat had me wat kopschuw en afhoudend gemaakt. Na Dominica had ik daar spijt van. Het waren gewoon mensen die hun brood wilden verdienen en zich en hun diensten aanprezen. Bij Dominica vertelden ze bijvoorbeeld dat er die avond een fundraising barbecue zou zijn, all you can eat and drink voor $ 20, speciaal voor de zeilers. Ik stelde me daar iets bij voor met veilingen en andere geldklopperijen. Maar niets van dat alles, het was gewoon gezellig eten en drinken onder een afdakje. Kip met salade en rijst, rumpunch en vruchtensap. Prima. Zeker nadat ik alle verwoestingen op het eiland gezien had was ik blij dat de bewoners wat geld aan me konden verdienen.
De boatboys bij Soufriere wilden EC 40 voor een nacht aan de mooring en EC 20 voor hun hulp. Het laatste heb ik verlaagd naar EC 10, het eerste was niet onredelijk. Ik wist alleen niet of zij ook degene waren die het recht hadden om dat te innen. Maar ik ging de volgende morgen toch om zes uur verder. Te vroeg voor eventuele andere meer officiële beambten. De East Caraïben dollar (EC) is een munt die op verschillende niet Franse eilanden in dit gebied wordt gehanteerd, gekoppeld is aan de dollar, EC 27 is ongeveer $ 10.
De volgende morgen ben ik doorgevaren naar de eerste van de Grenadines, Bequia (spreek uit: Bekwa). De Grenadines is een grote groep kleine eilanden tussen Saint Vincent in het noorden en Grenada in het zuiden. Bequia heeft een grote baai waar veel zeilboten voor anker liggen. Wandelend door de grootste plaats van het eiland, Port Elisabeth, kreeg je de indruk, voor het eerst bij zo’n plaats bij een ankerplek, dat niet de toeristen de hoofdmoot van het plaatselijk maatschappelijk leven waren. De lokals amuseerden zich met elkaar en aan de toeristen die er tussendoor liepen werd aangenaam weinig aandacht besteed.
De sfeer op Mustique was weer geheel anders. Op dit eiland hebben enige rich and famous, zoals Mick Jagger, een huis. Iedereen was ontspannen aan het werk. Het eiland werd buitengewoon goed onderhouden – er waren mensen bladeren van het strand aan het harken. En een groot deel van het eiland was niet toegankelijk. Dit nadat een toerist betrapt werd bij het maken van foto’s in de keuken van voorgenoemde Mick.
Als ik nu, liggend in de Tobago Cays over mijn boeg naar het oosten kijk, moet ik in de verte Afrika zien liggen. Het is alleen jammer dat de aarde niet meer plat is zoals vroeger. Je ligt hier achter en paar koraal riffen. De grootste attractie is hier het snorkelen, tussen schildpadden, haaien en bonito’s.

Laat een reactie achter

Vul hier uw zoekopdracht in