in Tocht

De zeiltocht van Granada naar Suriname is er één die niet veel mensen ondernemen, omdat het tegen de heersende wind en stroming in gaat. Vooral het eerste stuk, tot Tobago was behoorlijk afzien. De sterke tegen stroom duwde me soms 30 graden uit de koers, bovenop de normale 45 van het opkruisen Het duurde dus eindeloos. Het was bloed heet en omdat er af en toe zeewater op spetterde kon er geen raampje open om het eens lekker te laten doortochten. Er gingen aan boord wat dingen mis, bijvoorbeeld gaf de generator een storing aan. Als ik dat niet had weten op te lossen, had ik tot Paramaribo mijn accu niet kunnen bijladen en dus problemen gekregen met onder andere de navigatie apparatuur. En omdat ik een afsluiter vergeten had dicht te zetten stond er nog al wat water in de boot. Na meer dan twee dagen had ik 90 mijl afgelegd, een afstand  waar ik normaal minder dan een dag over doe. Ik had het behoorlijk gehad op dat moment. Gelukkig was ik in de buurt van de “Man of War Bay” aan de noordoost punt van Tobago. Ik wist niets van deze baai, behalve wat op de kaart stond. Ongeveer een mijl diep en anderhalve mijl breed, open naar het noordwesten. Vlak voor de baai  stond nog een enorme golfslag, waardoor ik maakte me zorgen over de deining in de baai. Gelukkig was het in de baai rustig en met het laatste daglicht liet ik mijn anker vallen in de noordoost hoek. Even rust, eten en slapen. Pas de volgende morgen zag ik in wat voor ongelooflijk mooie baai ik terecht was gekomen. De oevers gingen met tropisch begroeide hellingen tot zo’n honderd meter omhoog, ergens in een hoekje was een dorpje met een paar kleine vissersbootjes, doodstil, de geluiden van de zeevogels overstemde het ruisen van de branding. Op een dertig meter van mijn boot ging een rotswand steil omhoog, grotendeels overwoekerd met alle mogelijke planten. Alle doorstane ontberingen waren vergeten, dit maakte ze volstrekt de moeite waard.

Na het schip geklaard te hebben heb ik de tocht voortgezet. Gelukkig was de wind iets gedraaid zodat ik in een min of meer rechte lijn naar de Suriname rivier kan varen. Wel met ruim twee knopen stroom tegen, dus erg snel ging het niet. Dinsdag morgen om twee uur kwam ik langs de eerste voor anker liggende schepen wachtend op hoog water zodat ze de rivier op konden. Om vier uur was ik bij de uiterton en om twaalf uur maakte ik vast aan een mooring bij Domburg. Ruim voorbij Paramaribo op de Suriname rivier.

Domburg is de plek waar zeilers aankomen, elkaar ontmoeten, borrelen, eten etc. Er liggen naast een zweed en een Engelsman, twee andere Nederlandse schepen, één aangekomen vanuit Gambia en de ander vanaf de Canarische eilanden. Het inklaren is hier een feest. Op tien verschillende formulieren moet je voornamelijk hetzelfde invullen en vervolgens moet je bij drie instanties in Paramaribo langs. Je krijgt dan wel een eerste indruk van deze stad. Er is in ieder geval een mooi oud gedeelte. De wifi in Domburg werkt niet, naar ze zeggen omdat het regenseizoen begonnen is. McDonald brengt uitkomst onder het genot van een milkshake.

Laat een reactie achter

Vul hier uw zoekopdracht in